Merkwaardige taal

1 Zoek de fout

2 plurale tanta

3 bedaarlijk, nozel en besuisd

4 knikkebollen en kokhalzen

5 de missende tussen-n

6 ‘uit’ - woorden met 2 betekenissen

7 als de ph geen f is 

8 de komma achter een aanhef






1. Zoek de fout in dit boekomslag


Bekijk dit omslag eens goed en probeer er achter te komen wat er niet klopt. 

Het wonderlijke is dat de corrector het niet heeft gezien, de drukker niet, en tientallen boekhandelaren en boekrecensenten ook niet. Professor Marten Pickering, taalpsycholoog, schijnt te weten hoe dat komt. U bent een knappert als u het ziet voor u de oplossing (op zijn kop) leest. 

2. Pluralia tantum (dat blijkt namelijk het meervoud te zijn van plurale tantum)

Een plurale tantum is een woord dat alleen in de meervoudsvorm voorkomt., zoals hersenen. en computer-data. Maar het is best grappig om je een plurale tantum in het enkelvoud voor te stellen. Ik ben begonnen met een verzameling. Voor aanvullingen sta ik graag open. Op 31 januari 23 bedacht ik nog 'een frats'. 


en - met dank aan site bezoeker Leonardo Pisano:

  • een silicoon (waarvan je er altijd meer dan één nodig hebt voor een waterdichte afsluiting)
  • één luur (dat je iemand niet in meerdere luren legt, maar dat je zo vriendelijk bent om het bij één luur te laten…)
  • een wat (als je uit een zak watten één wat pakt. Grappig is dat we wel het woord 'watje' kennen, maar niet één grotere wat)
  • financie
  • mazel (alvast één mazel aan het begin van de ziekte)
  • pok (alvast één pok, aan het begin van de ziekte)
  • ingewand.
  • aanstalt (die je alvast gaat maken, straks worden het er meer)
  • en dan zijn er nogal wat bergen zoals een alp, een apenijn of een karpaat



en met dank aan site bezoeker Pier Anne de Jong

inkomst (als eerst verdiende loon, of misschien ook wel het enige geld dat je per maand ontvangt.)

en helaas vond ik op internet een lijst van pluralia tantum, en daardoor is het ineens wat minder leuk geworden om ze zelf te zoeken. Wel een beetje flauw om daar alleen de Azoren en de Balearen in te zetten, want dan kun je nog wel even doorgaan met Alpen, Pyreneeën, Karpaten of de Ardennen.

Kortom: de aardigheid is er nu een beetje af. Maar niet getreurd, er blijven nog genoeg leuke taal-eigenaardigheden over. zoals:





3. Bedaarlijk, nozel en besuisd

Heel Vreemd.... Als er ‘on’ voor staat betekent een woord in het algemeen het omgekeerde. Zoals ‘terecht’ en ‘onterecht’. Maar wat moet je dan met de volgende begrippen:



maarrrr, heel merkwaardig!: guur en onguur is (bijna) hetzelfde!







4. Knikkebollen en kokhalzen

Er is in het Nederlands iets vreemd aan de hand al het gaat om activiteiten die met lichaamsdelen te maken hebben. Het schijnt dan ineens nodig te zijn om de woordvolgorde om te keren. Heel wonderlijk. Juist ook omdat sommige voor de hand liggende voorbeelden dat nou juist niet doen. Hieronder voorbeelden

Voor aanvullingen sta ik open: kraft - apenstaartje- freedom punt nl 

klappertanden is natuurlijk eigenlijk tandklapperen 

knarsetanden = tandknarsen

watertanden = tandwateren

knikkebollen = bolknikken

knipogen = oogknippen 

kokhalzen = halskokkelen

kwispelstaarten = staart-kwispelen

likkebaarden = baard-likken 

reikhalzen = halsreiken 

schokschouderen = schouderschokken 

schuddebuiken = buikschudden 

schuimbekken = bekschuimen 

trekkebenen = beentrekken 

schoorvoeten = voetschoren (met je voeten een beetje schoren )

stampvoeten = voetstampen

klapwieken = natuurlijk eigenlijk wiek-klappen


maar vingertrommelen heet bijvoorbeeld niet ‘trommelvingeren”. Waarom eigenlijk niet? Wat is er mis met trommelvingeren?

En neuspeuteren dan? Waarom mag dat dat niet ‘peuterneuzen’ heten?

Zieltogend is trouwens ook niet ‘toogzielend’... Gek eigenlijk....





5. De ontbrekende tussen-n

  • afhankenlijk
  • allenmaal
  • allenmansvriend
  • apengapen
  • bakkenbaarden
  • bakkenleien
  • bakkenliet
  • bedenkenlijk
  • bedenlaar
  • bedenvaart
  • billenkoek
  • boerdenrij
  • bollenboos
  • bonnenfooi
  • boordenvol
  • brekenbeen
  • buitenling
  • dovenmansoren
  • duikenlaar
  • eindenloos
  • ellenboog
  • ellendeling
  • flierenfluiter
  • fluitenkruid
  • groentenboer
  • hagendis
  • hartendief
  • hartenloos
  • habbenkrats
  • hittengolf
  • hobbenzak
  • horlenpiep
  • hotenmetoot
  • huilenbalk
  • hulpenloos
  • Jan Boezenroen
  • jokkenbrok
  • lompenrik
  • kalenbas
  • karenkiet
  • karnenmelk
  • kattenpis
  • kattenpult
  • kittenlaar (de clitoris)
  • klakkenloos
  • klassenment
  • kolerenlijder
  • koninginnensoep
  • kostenlijk
  • lepenlaar (= vogel)
  • madenliefje (= bloem)
  • makenlaar
  • mallenmoer
  • mallenmolen
  • medendogen
  • medenwerker
  • modenkoning
  • modenpop
  • mondenling
  • nachtengaal
  • nodenloos
  • oelenwapper
  • ommenlet
  • onafscheidenlijk
  • ooienvaar
  • ordenlijk
  • paarlenmoer
  • peulenschil
  • pierenbad
  • pierenwaaien
  • redenloos
  • rijkenlijk (bestrooid met suiker)
  • schuddenbuiken (van het lachen)
  • sikkenpit
  • smakenlijk
  • smettenloos
  • smokkenlaar
  • spillenbeen
  • troostenloos
  • turenluurs
  • verrenkijker
  • viezenrik
  • vriendelijk
  • wassenrij
  • werkenloos
  • zondenval
  • zonnenbloem
  • zonnenbril
  • zonnensteek
  • zuigenling
  • zwanenhals (wastafel afvoer)

 

 

 

 

6. Uit-woorden met 2 betekenissen


  • uitgeademd (uw overleden buurman)
  • uitgebreid (oma, die zojuist is gestorven en nooit meer breien zal)
  • uitgebalanceerd (Vestibuloloog met pensioen)
  • uitgebeend (iemand die boos de woonkamer verlaat maar zich op de gang bedenkt)
  • uitgeblonken (dooie briljante student)
  • uitgedacht (Albert Einstein)
  • uitgedokterd (dokter met pensioen)
  • uitgedrukt (een week na buikgriep)
  • uitgegeven (sinterklaas op 7 december)
  • uitgegleden (11 stedentochtrijder bij aankomst)
  • uitgehaald (ik blijf niet halen, zeg)
  • uitgehoord (je publiek na je lezing)
  • uitgekakt (je hond)
  • uitgekeken (na het laatste journaal naar bed gaan)
  • uitgekiend (overleden bejaarde)
  • uitgekookt (je dooie oma weer)
  • uitgekotst (student twee dagen na feestje)
  • uitgelekt (gerepareerde kraan)
  • uitgeleverd (Failliete leverancier)
  • uitgelicht (gewichtheffer met pensioen)
  • uitgelopen (Ethiopiër met gebroken been)
  • uitgemolken (boer om 11 uur s avonds)
  • uitgeput (Golfspeler na de laatste hole, (met dank aan sitebezoeker Pier Anne de Jong)
  • uitgerekend (je wiskunde leraar die zojuist is overleden)
  • uitgeroeid (afgestudeerde Groninger student)
  • uitgerookt (mijn zwager Jan)
  • uitgeschakeld (elektriciën met pensioen)
  • uitgeschreven (Annie MG Schmidt)
  • uitgeslapen (man die na een week uit coma wakker wordt)
  • uitgesneden (de slager om 6 uur)
  • uitgesproken (ik nog lang niet)
  • uitgespuugd (die dooie baby weer)
  • uitgestorven (dat kan namelijk een tijd duren, dat sterven)
  • uitgeteerd (dooie dakdekker) (met dank aan sitebezoeker Pier Anne de Jong)
  • uitgeteld (bankemployee na zessen)
  • uitgetrokken (student die zojuist getrouwd is)
  • uitgevallen (persoon met nieuwe heup)
  • uitgevaren (gepensioneerde zeeman)
  • uitgevlogen (dooie vogel)
  • uitgewerkt (ik)
  • uitgewoond (opa en oma)
  • uitgezeten (voormalig boef)
  • Uitgezogen (voldane baby aan lege borst) (met dank aan sitebezoeker Pier Anne de Jong)
  • uitgezonden (de missionaris die terugkeert naar Nederland, nu klaar met zenden)
  • uitgezwaaid (de moeders die hun kinderen op schoolreisje hebben gestuurd )


De ‘nieuwe’ spelling heeft op de raarste plaatsen een zogenaamde tussen-n geboden, zoals in ‘pannenkoek’ en ‘kippensoep’. Des te vreemder dat de Taalcommissie daarbij een aantal woorden over het hoofd heeft gezien. Haha Hier zijn wat voorbeelden daarvan (alfabetisch). 


Onze Taal gaf als ter plaatse bedachte onzin verklaring voor de tussen-n in pannenkoek dat je die koek in meerdere pannen kan maken. Nou, daar word ik wel erg flauw van zeg. Als je die redenering door trekt dan kun je ook zeggen dat het slakkenhuis een huis is voor meerdere slakken en daar kan ik me toch slecht in vinden. Dat hele tussen-n voorschrift is erg 'bedacht' en 'would be' en gaat niet uit van wat mensen erbij denken maar wat mensen erbij zouden MOETEN denken. Dat is nogal paternalistisch en belerend en daarom deugt dat 'voorschrift' niet. Maar vooruit, wij kennen ook een heleboel flauwekul voorbeelden: Waarom in godsnaam is het nu wel zuigeling en heen zuigenling……..


uitgerookt

7. Als de ph geen f is.


  • doophemd (Pier Anne de Jong)
  • dopheide
  • dophoed (Pier Anne de Jong)
  • flaphoed (Francien Duifhuis)
  • heuphoogte (Pier Anne de Jong)
  • hulphond
  • kaphout (Francien Duifhuis)
  • kemphaan
  • klomphengel (hmmm)
  • kluphuis (twijfelachtig, maar ja)
  • koophuis
  • kophalsromp boerderij
  • lamphouder
  • loophengel (hmmm)
  • ophaalbrug (Francien Duifhuis)
  • ophef (Francien Duifhuis)
  • ophopen (Pier Anne de Jong)
  • pomphouder (Francien Duifhuis)
  • schaapherder
  • Schiphol
  • slaaphut
  • sloophamer
  • sloophuis (Francien Duifhuis)
  • sloophout (Francien Duifhuis)
  • sokophouder (Francien Duifhuis)
  • Staphorst
  • stophaak (Karel van der Wal)
  • stophoest
  • stripheld
  • tophit
  • tophypotheek
  • traphek / klaphek
  • werphengel
  • zeephouder (Francien Duifhuis)


(in kleine letters de naam van de bedenker anders dan wijzelf)



en dan natuurlijk een hele deelverzameling 'op' woorden, zoals daar zijn


7. De komma achter de aanhef


Wij hebben allemaal op school geleerd dat achter de aanhef van een brief of een email een komma hoort te staan. Dus:

Geachte heer Jansen,


Het rare is dat de eerste zin van de rest van de brief met een hoofdletter dient te beginnen. Na de komma komt dus nu ineens een hoofdletter. Nergens anders in het Nederlands doen wij dat.

Het genootschap Onze Taal zegt er dit over:


De aanhef van een brief of e-mail eindigt met een komma. Toch begint de eerste zin van de eigenlijke boodschap niet met een kleine letter. Waarom niet?

Vroeger was het gebruikelijk om de eerste zin van een brief met een kleine letter te beginnen. De redenering hiervoor was: de zin is eigenlijk begonnen bij de aanhef (bijvoorbeeld 'Geachte heer Bussink,') en het vervolg van die zin (ná de komma) begint daarom met een kleine letter; de zin wordt dus voortgezet.

Tegenwoordig beschouwen we de aanhef van een brief niet als onderdeel van de eerste zin, maar als afzonderlijk element van de brief. Volgens de huidige briefconventies beginnen we de eerste zin dan ook met een hoofdletter, ook al eindigt de aanhef op een komma.  


Dat is geen antwoord op de vraag 'waarom niet'. Als de aanhef een afzonderlijk element van de brief is moet er dus geen komma, maar een punt staan. Daarna volgt in dat geval logischerwijs een hoofdletter. De woorden 'dan ook' zijn dan ook volkomen misplaatst. Dit is 'dan ook' geen verklaring, maar een vaststelling. Beter was geweest als Onze Taal had gezegd: hoe wonderlijk ook, maar wij hebben nu eenmaal afgesproken het zo te doen.

Ik besloot eerst om het weer 'als vroeger' te doen: een komma achter de aanhef en de eerste regel van de brief te beginnen met een kleine letter. 

Echter, beter en logischer vind ik om na de aanhef 'Beste Peter' een punt te zetten en de feitelijke brief te beginnen met een hoofdletter. En zo ga ik het dus doen voortaan. Het is een keuze, dat is duidelijk, maar het lullige onzin verhaal van 'Onze Taal' stuit me zo tegen de borst dat ik nu dan toch maar mijn eigen keuze maak. Aanhef, punt. Nieuwe regel: dus hoofdletter. Punt uit!

_______________________________