Over het Opperwezen

(deze pagina is gecontroleerd in november 2023. Ik sta er nog steeds achter)


Ik denk dat God door veel mensen beschouwd wordt als een wezen (het opperwezen namelijk) met een wil. Er wordt ook vaak gesproken over God’s wil. (Bij Google 800 miljoen hits waaronder de Engelstalige. De Franse, Italiaanse Spaanse en Duitse heb ik niet geteld)


Toch is dat vreemd. Een wezen met een wil moet keuzes kunnen maken. Want zonder keuzes te kunnen maken is het hebben van een wil zinloos. Maar het kunnen maken van keuzes, houdt in dat ook verkeerde keuzes gemaakt kunnen worden. 

Zou je dat uitsluiten, bijvoorbeeld door aan te houden dat het opperwezen alwetend en almachtig is, dan heeft die wil geen zin. Een wezen dat per definitie de juiste keuzes maakt (en dat vanaf het begin tot in der eeuwigheid) heeft geen wil. Dat is ook helemaal niet nodig, want het Wezen maakt per definitie de juiste keuzes. Of beter gezegd: maakt geen keuzes, maar doet uitsluitend dat wat gedaan moet worden.


Als je aanneemt dat het opperwezen wel degelijk een wil heeft en dus ook een verkeerde keuze kan maken, dan wordt het allemaal toch wel een vreemd verhaal. Hoeveel anders is dat wezen dan, dan u en ik? En waarom zouden wij dan volgens zijn woord leven, als de kans bestaat dat Hij zich vergist. Dus laten we dit laatste niet aannemen. 


Maar dan is het Opperwezen een ‘instituut’ zonder wil. Het is er gewoon. En de zaken in het heelal gaan zoals ze gaan. De dingen zijn zoals ze zijn en als het anders was, was het anders. Communiceren met zo’n Opperwezen is dan ook volstrekt zinloos. Dat zou per definitie niets veranderen aan de loop der dingen. Daarmee vervalt de zin van het bidden of ter kerke gaan. Daarmee vervalt ook de zin van het ‘bedanken van het Opperwezen ergens voor’. Er valt niks te bedanken want de dingen gaan zoals ze gaan. (Of zoals ze móéten gaan, als u dat liever hebt.)

Sterker nog: het is nutteloos om je bezig te houden met het waarom van de dingen. Het kan hooguit interessant zijn om je te verdiepen in HOE de loop der dingen is. Alleen omdat dat interessant is. U ziet ‘em aankomen: de natuurkunde!


Natuurkunde houdt zich bezig met het beschrijven van het gedrag van de natuur: het vallen van een appel in de richting van het centrum van de aarde, het draaien van planeten om zonnen, of de omzetting van warmte in beweging. Ik noem maar wat.

Eigenlijk hebben we het dan gewoon over de imposantheid van de wetmatigheden van de natuur. Het enige wat wij ermee kunnen is die wetmatigheden te gebruiken om bijvoorbeeld van A naar B te reizen of een lamp te laten branden. Het heeft weinig zin om de zwaartekracht te vragen om even op te houden zodat wij een reuze sprong in de lucht kunnen maken of goedkoper naar New York kunnen reizen. 


De conclusie kan niet anders zijn dan dat God niets anders is dan de verzameling natuurwetten. Die zijn zoals ze zijn, en die wetmatigheden laten de zaken in het heelal gaan zoals ze gaan. En zo hoort dat ook. 


Dus een poging om er mee in gesprek te raken zal (terecht) niets opleveren. Dat zou een mooie boel zijn, zeg...


Geloof in een Opperwezen met een wil is dus ook niet zinvol en leidt tot niets, behalve tot ruzie.


Brandt Corstius schreef  (NRC 20 nov 92): 

God heeft allerlei prachtige eigenschappen. Een van de prachtigste eigenschappen (die iemand in het algemeen kan hebben) is wel de eigenschap van het bestaan. Dus heeft God die eigenschap zeker: hij bestaat (dus). In deze vorm overtuigt het godsbewijs u misschien niet. Maar zet er 610 pagina's omheen en overgiet het geheel met wierook, dan overtuigt het velen .


***